De Japanse duizendknoop is een vervelende woekerplant. De wortels en stengels groeien horizontaal en diep in de grond en de wortels laten zich nergens door tegenhouden. De plant zorgt voor grote schade aan natuur, wegen, dijken en gebouwen. Ook onder de grond maakt deze plantensoort bijvoorbeeld rioolbuizen en kabels kapot. Ziet u de Japanse duizendknoop in uw tuin of ergens in onze gemeente? Laat het ons dan weten.

Melden

Een melding doet u via onze website. Kies bij uw melding voor de hoofdcategorie ‘groen’ en de subcategorie ‘Japanse duizendknoop’. Wij vragen u om een foto van de plant toe te voegen. Zo kunnen wij beoordelen of het inderdaad om een Japanse duizendknoop gaat. Bij twijfel komen we bij u langs.

Hoe ziet de Japanse duizendknoop eruit ?

Op de foto ziet u hoe de Japanse duizendknoop eruitziet. De plant heeft lange wortels. In het voorjaar zijn de bladeren frisgroen en zijn de takken buigzaam. Oudere takken zijn stijf en hol, net als bamboe. De plant bloeit in augustus en september en krijgt dan crème witte en soms wit-roze bloemen.

Wat doet de gemeente?

Wanneer bij het weghalen van de plant maar een klein stukje achterblijft, groeit de plant gewoon weer terug. De gemeente bestrijdt de plant op gemeentegrond door te stomen met heet water. Op plaatsen waar veel kabels of leidingen liggen, kijken we naar een andere oplossing.

Wat kunt u zelf doen?

De gemeente is niet verantwoordelijk voor de bestrijding van de Japanse Duizendknoop in uw eigen tuin. De Japanse duizendknoop moet heel kort worden gesnoeid. Door de plant elke twee weken te snoeien of te maaien, put u de plant uit. Zo voorkomt u dat de Japanse duizendknoop zich verder uitbreidt. Door de wortels helemaal uit te graven, kan de plant niet terugkeren. Niets doen kan grote gevolgen hebben voor uw eigen tuin en die van uw buren. 

Gooi snoeiafval bij het restafval

Het gesnoeide afval van de Japanse duizendknoop mag niet in de gft-container! Gooi het snoeiafval weg in de grijze container bij het restafval. Dit is belangrijk om verdere verspreiding van de plant te voorkomen.

Foto en tekst: © Gemeente Krimpenerwaard